Geschiedenis
Een van de oudste foto's van de molen, vermoedelijk jaren '20.
Het ontstaan
De huidige Oostkapelse molen is gebouwd in 1858 ter vervanging van een standerdmolen welke aan de Molenweg stond. Dit (oude) molentype molen werd vaak vervangen door een stenen molen, hierdoor was er minder gevaar voor brand en stormschade. Zo ook hier in Oostkapelle waar de “nieuwe molen” in 1858 aan de Noordweg ten NO van het dorp verrees. Opmerkelijk is dat er nog onderdelen uit de standerdmolen gebruikt zijn, zoals enkele zolderbalken(waardonder een oude molenroe) en het bovenwiel(uit 1671). Molenbouwer was J. Passenier uit Domburg, die de molen bouwde voor rekening van P. Koole in het toenmalige buurtschap ‘Klein Vlaanderen’ aan de noordzijde van het dorp. Een gevelsteen rechts van de ingang herinnert hier nog aan.
Oud-eigenaren
In 1865 werd de molen op een publieke veiling gekocht door J. Maljaars. Van 1874 tot 1919 heeft P. van Moolenbroek de molen als pachter geëxploiteerd. Op 1 mei 1919 kwam de molen in bezit van Maljaars' kleinzoon, J.Koene. In het begin van de 20e eeuw was de molen in bezit van molenaar van Meulenbroek. Later kwam die molen in eigendom van J. Koene. In 1950 verkocht hij de molen aan Adriaan Minderhoud. Hij was afkomstig van De Dijkmolen("Diekmeulen", ook wel Prins Hendrik genoemd) te Westkapelle, die bij het het bombardement op 3 oktober 1944 verwoest werd. De familie Minderhoud bewoonde het nog bestaande witte molenaarshuisje naast de molen(Noordweg 4). Ook Adriaan's zoon Willem was werkzaam in het bedrijf.
Tot ca. 1975 bleef de Oostkapelse molen in bedrijf. In 1984 werd de molen door de familie Minderhoud overgedaan aan de toenmalige gemeente Domburg. Willem Minderhoud bleef na die tijd als molenaar actief, zij het niet meer beroepsmatig.
Het bedrijf na de Tweede Wereldoorlog
In de molen werd aanvankelijk volop gemalen voor bakkers en boeren uit de omgeving. Er waren drie koppels molenstenen, een buil(om meel te zeven) en een mengketel, allen door de wind aangedreven. De zakken graan werden omhoog gehesen met een door de molen aangedreven luiwerk. In tijden van windstilte werd er op de Oostkapelse molen gemalen met een 22PK ruwoliemotor die in het naburige motorkot stond en het binnenwerk van de molen kon aandrijven.
Toen de vraag naar bakkersmeel door industrialisatie verder afnam, is het bedrijf meer ingericht op het produceren van veevoeders. Een van de koppels molenstenen werd verwijderd om plaats te maken voor siloruimte. Later is ook de buil verwijderd. Verder werd een hamermolen(mechanische maalmachine) met elevator geplaatst. Desondanks werden de twee resterende koppels stenen nog wel gebruikt, de wind was immers gratis.
De naam van de molen
Het vervangen van de baard(de fraai beschilderde plank onderaan de kap) in 1967, vormde de gelegenheid om de tot dan toe naamloze molen “d’Arke” te noemen. Dit was de naam van het buurtschap onderaan de dijk te Westkapelle waar de familie Minderhoud vandaan kwam en De Diekmeulen stond. Tegenwoordig komt de naam "d'Arke" nog steeds voor als straatnaam in Westkapelle. Op de baard werd de nieuwe naam geschilderd en werden twee wapens geplaatst: die van Oostkapelle én Westkapelle.
Recente geschiedenis
De toenmalige Domburg liet de molen in 1987/88 restaureren. Daarna kwam de molen op vrijwillige basis in bedrijf. Door de gemeentelijke herindeling in 1996 kwam de molen in bezit van de Gemeente Veere. Door onregelmatig onderhoud en gebreken die niet waren meegenomen in 1987/88, was het in 2003 noodzakelijk de molen aan de ketting te leggen. In 2005/2006 liet de Gemeente Veere een nieuwe restauratie uitvoeren waarbij het metselwerk plaatselijk werd hersteld, de stelling werd vervangen en grote delen van het staartwerk nieuw aangebracht werden. In de molen werd een groot aantal balkkoppen aangegoten met epoxyhars. Verder werd de mengketel vervangen en kwamen er een aantal nieuwe trappen. Ook het gehele gaande werk, inclusief de molenstenen, nagezien er weer gangbaar gemaakt.
Het ontstaan
De huidige Oostkapelse molen is gebouwd in 1858 ter vervanging van een standerdmolen welke aan de Molenweg stond. Dit (oude) molentype molen werd vaak vervangen door een stenen molen, hierdoor was er minder gevaar voor brand en stormschade. Zo ook hier in Oostkapelle waar de “nieuwe molen” in 1858 aan de Noordweg ten NO van het dorp verrees. Opmerkelijk is dat er nog onderdelen uit de standerdmolen gebruikt zijn, zoals enkele zolderbalken(waardonder een oude molenroe) en het bovenwiel(uit 1671). Molenbouwer was J. Passenier uit Domburg, die de molen bouwde voor rekening van P. Koole in het toenmalige buurtschap ‘Klein Vlaanderen’ aan de noordzijde van het dorp. Een gevelsteen rechts van de ingang herinnert hier nog aan.
Oud-eigenaren
In 1865 werd de molen op een publieke veiling gekocht door J. Maljaars. Van 1874 tot 1919 heeft P. van Moolenbroek de molen als pachter geëxploiteerd. Op 1 mei 1919 kwam de molen in bezit van Maljaars' kleinzoon, J.Koene. In het begin van de 20e eeuw was de molen in bezit van molenaar van Meulenbroek. Later kwam die molen in eigendom van J. Koene. In 1950 verkocht hij de molen aan Adriaan Minderhoud. Hij was afkomstig van De Dijkmolen("Diekmeulen", ook wel Prins Hendrik genoemd) te Westkapelle, die bij het het bombardement op 3 oktober 1944 verwoest werd. De familie Minderhoud bewoonde het nog bestaande witte molenaarshuisje naast de molen(Noordweg 4). Ook Adriaan's zoon Willem was werkzaam in het bedrijf.
Tot ca. 1975 bleef de Oostkapelse molen in bedrijf. In 1984 werd de molen door de familie Minderhoud overgedaan aan de toenmalige gemeente Domburg. Willem Minderhoud bleef na die tijd als molenaar actief, zij het niet meer beroepsmatig.
Het bedrijf na de Tweede Wereldoorlog
In de molen werd aanvankelijk volop gemalen voor bakkers en boeren uit de omgeving. Er waren drie koppels molenstenen, een buil(om meel te zeven) en een mengketel, allen door de wind aangedreven. De zakken graan werden omhoog gehesen met een door de molen aangedreven luiwerk. In tijden van windstilte werd er op de Oostkapelse molen gemalen met een 22PK ruwoliemotor die in het naburige motorkot stond en het binnenwerk van de molen kon aandrijven.
Toen de vraag naar bakkersmeel door industrialisatie verder afnam, is het bedrijf meer ingericht op het produceren van veevoeders. Een van de koppels molenstenen werd verwijderd om plaats te maken voor siloruimte. Later is ook de buil verwijderd. Verder werd een hamermolen(mechanische maalmachine) met elevator geplaatst. Desondanks werden de twee resterende koppels stenen nog wel gebruikt, de wind was immers gratis.
De naam van de molen
Het vervangen van de baard(de fraai beschilderde plank onderaan de kap) in 1967, vormde de gelegenheid om de tot dan toe naamloze molen “d’Arke” te noemen. Dit was de naam van het buurtschap onderaan de dijk te Westkapelle waar de familie Minderhoud vandaan kwam en De Diekmeulen stond. Tegenwoordig komt de naam "d'Arke" nog steeds voor als straatnaam in Westkapelle. Op de baard werd de nieuwe naam geschilderd en werden twee wapens geplaatst: die van Oostkapelle én Westkapelle.
Recente geschiedenis
De toenmalige Domburg liet de molen in 1987/88 restaureren. Daarna kwam de molen op vrijwillige basis in bedrijf. Door de gemeentelijke herindeling in 1996 kwam de molen in bezit van de Gemeente Veere. Door onregelmatig onderhoud en gebreken die niet waren meegenomen in 1987/88, was het in 2003 noodzakelijk de molen aan de ketting te leggen. In 2005/2006 liet de Gemeente Veere een nieuwe restauratie uitvoeren waarbij het metselwerk plaatselijk werd hersteld, de stelling werd vervangen en grote delen van het staartwerk nieuw aangebracht werden. In de molen werd een groot aantal balkkoppen aangegoten met epoxyhars. Verder werd de mengketel vervangen en kwamen er een aantal nieuwe trappen. Ook het gehele gaande werk, inclusief de molenstenen, nagezien er weer gangbaar gemaakt.